Andthentherewere3.reismee.nl

Nu begint het pas

8 juli, en 9, en verder

Inmiddels zijn we thuis. We hebben de lange treinrit alle drie goed doorstaan. A heeft voor het eerst in onze relatie het bed gedeeld met een andere man. Ik heb hetbovenstebed voor mezelf alleen, en metmet dank aan de twee miniflesjes sangria die in de coupe stonden voor het eerst in zes weken echt heel diep geslapen.

Na afloop duurt het schandalig lang de auto’s van de trein afgereden kunnen worden. Uiteindelijk rijden we pas weg op het tijdstip waarop we de familie die ons opwacht hebben gezegd thuis te zijn. Dat wordt dus twee uur later. In de trein is het jochie al opgekalefaterd (nagels geknipt, tanden gepoetst) alsof hij na aankomst op bezoek moet bij het Koninklijk Huis.

Na een laatste twee uur in de auto (waarbij we erg moeten wennen aan de drukte op de Nederlandse snelweg) arriveren we na zes weken weer thuis. Voor het geval we vergeten zijn waar we wonen, hangt de Hongaarse vlag al voor het raam. Een groot deel van de wederzijdse familie zit in de tuin op ons te wachten. J herkent het huis en hen meteen van de foto’s (en Skype). De verjaardagstaart (met een marsepeinen Dikkie Dik) krijgt de Hongaarse goedkeuring. Ook de kennismaking met de pleegkids verloopt soepel. Als de familie weg is begint de grote ontdekkingsreis door ons huis. Ook voor ons is het vreemd om na zo lang weer thuis te zijn.

De rest van de week is het wennen, wennen en wennen. Zoals verwacht gaat ons jongetje snel op onderzoek uit. Elektronica en kat blijken niet veilig voor hem. Lastig is dat hij zich ook niet makkelijk laat corrigeren. Op de trap zetten, de beproefde methode met de pleegkinderen, ziet hij als een spelletje. Ook het naar bed gaan is lastig. Als we er niet bij zitten gaat hij zijn bed uit om te spelen, als we er wel bij gaan zitten maakt hij er een spelletje van om ons weg te sturen en boos te worden als we weglopen. Daar staat tegenover dat hij goed doorslaapt, niet zoals de pleegkinderen ons al voor dag en dauw wakker maakt, goed eet en steeds meer woordjes leert.

Vanaf morgen ga ik naar werk. Dan breekt een nieuwe fase aan. Maar onze reis is nog lang niet afgelopen.

Dag Hongarije. Sia!

7 juli (en een stukje 8)

Vandaag staat in het teken van de laatste keren. De laatste keer naar de Tesco, de laatste keer naar de speeltuin, de laatste keer een ijsje eten bij die heerlijke ijssalon in het dorp (die ik overigens in tegenstelling tot mijn vorige post, echt wel ga missen). Ons jochie weet van niks. Alhoewel hij wel vreemd opkijkt van die ufo die tijdens zijn middagslaapje op het dak van onze auto is geland. Die is daar overigens niet gekomen zonder hulp van onze vriendelijke buren, die ook al geholpen hebben met de aanschaf. De gebruiksaanwijzing van de dakdragers klopt van geen kant. Uiteindelijk kost het hen toch ook een uur voor de hele constructie op het dak staat.
Wie het wel lijken te merken, zijn de favoriete hondjes van onze jongen. Die komen nog enthousiaster naar het hek lopen als hij voorbijkomt dan anders. En lijken moeite te hebben met het afscheid.
Na de laatste ham en knoflookpizza loop ik nog een keer mijn hardloop parcours na, dit keer gewapend met een fototoestel. Het hert dat ik gisteren onderweg tegenkwam laat zich dit keer niet zien, net als de haas van een paar weken terug of de boemeltrein die zo uit Rail away lijkt te komen. Ach ja.
Na een stukje Frankrijk-Duitsland pak ik mijn koffer in. Morgen hebben we nog tijd om in te pakken. Zolang we maar voor half 10 ’s avonds in Wenen zijn.

De volgende ochtend pakken we alles in de auto en op het dak. Dat is nog een hele klus, maar zoals dat gaat: met geweld lukt alles. Ik koop tussendoor ook nog even kaartjes voor het concert van de Pixies op 27 november. Als er onder de lezers iemand zit die die avond op kan passen, laat het weten.
Ons jochie helpt mee door de stofzuigen, te helpen om de koffers naar de auto te dragen en door in de weg te lopen en stoute dingen te doen.

Na de lunch (het laatste Hongaarse kaasbroodje met cholesterol verhogende zoute margarine) is het tijd om te gaan. Na bijna zes weken hier voelt het toch gek om Sajóecseg achter ons te laten. Ons jochie is nieuwsgierig als altijd. Zonder dat hij het weet laat hij zijn vaderland nu achter zich. Over een paar maanden zal hij de taal en veel dingen van zijn eerste jaren hier vergeten zijn. Hij gaat op weg naar een nieuwe onbekende wereld, en hopelijk een mooi leven.

Wat ik ga missen aan Oost-Hongarije

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

De laatste loodjes

Vandaag zitten we om iets na 7 uur ’s ochtends alweer in de auto richting Boedapest. Eigenlijk hadden we gewoon een hotelkamer daar moeten boeken gisterenavond. We vragen ons af waarom de adoptiestichting ons dat niet heeft geadviseerd. Het zal voor de jongen beter zijn in zijn eigen bed te slapen, maar op tijd in een vreemd bed liggen lijkt ons niet schadelijker dan binnen twaalf uur tijd twee keer 200 kilometer in de auto zitten. In totaal leggen we nu 800 kilometer af in twee dagen.
Enniewee, we hebben gelukkig een redelijk voorspoedige rit. Maar toch staan we pas iets voor tienen voor de deur van het moeilijk te vinden Ministerie van Buitenlandse Zaken, waar de adoptiepapieren gelegaliseerd moeten worden. Terwijl ik in de wachtkamer ga zitten (ik heb 17 mensen voor me, waaronder opvallend veel studenten uit Duitsland en Oostenrijk, die naar ik later leer, hier studeren omdat ze zijn uitgeloot in eigen land) gaat A met ons jochie naar de speeltuin aan de overkant. Het duurt anderhalf uur voor ik aan de beurt ben. En vervolgens herkennen ze het stempel niet dat op een van de aanvraagformulieren van de autoriteiten staat. Ik mag om drie uur terugkomen om de papieren op te halen, maar een garantie dat het vandaag gaat lukken geven ze niet, zeggen ze erbij.
Na een lunch met pannenkoeken gaan we de stad uit, naar de Hungaroring, in de hoop daar wat merchandise van Max Verstappen te scoren. Helaas. De norse man bij het visitorcenter geeft aan dat alles gesloten is. Meer dan een rondje rijden over een smal weggetje buiten het circuit en af en toe door de toegangspoorten gluren om een stuk circuit te zien, zit er niet in. En ook in het slaperige dorpje naast het circuit is geen spoor van merchandise te vinden. Dan maar weer terug naar Boedapest. Om kwart voor drie sluit ik aan in de rij die zich al voor het ministerie heeft gevormd. Het duurt weer drie kwartier voor ik aan de beurt ben, maar gelukkig, de papieren zijn gelegaliseerd. Na nog een ijsje aan de oever van de Donau, met prachtig uitzicht op het paleis, gaan we richting burgerzaken om het gisteren aangevraagde paspoort op te halen. Dat gaat heel vlot, maar toch is het alweer vijf uur voor we de stad uitrijden, en zeven uur voor we thuis zijn. Na het eten ga ik voor de laatste keer hier hardlopen. Meer dan zeven kilometer zit er niet in vandaag.

Vluchten kan niet meer

Vandaag is de dag die we wisten dat zou komen. We gaan terug naar het voogdijtribunaal waar de mevrouw achter het bureau ons lot bezegelt. We moeten weer wat papieren invullen. Daarna een half uur onszelf vermaken in de lokale speeltuin (te bereiken via de lokale begraafplaats) en dan mogen we terugkomen om nog wat handtekeningen te zetten. En dan opeens zijn we officieel ouders.
Na dit heugelijke feit is het tijd is het tijd om de rest van de papierwinkel in gang te zetten. Dus op naar het gemeentehuis. Daar halen we de geboorteacte van het jongetje. Eerst aanvragen, dan twee uur wachten (nuttig besteed met koffie met gebak bij Kaffee Frei en dan een aansluitende lunch met frambozensoep) en dan terugkomen om het papiertje op te halen. Daarna 197 kilometer rijden naar Boedapest om de adoptieverklaring te halen. Daarna de halve stad doorrijden om een Hongaars paspoort voor onze zoon aan te vragen. Waarvoor hij op de foto moet wat hij voorbeeldig doet. En dan is het inmiddels bijna 6 uur en zijn we compleet gaar. En oververhit omdat we dit alles in onze netste kleren hebben gedaan.
We vieren onze nieuwe aanwinst op de terugweg naar Miskolc. In een KFC langs de snelweg. Om 9 uur zijn we thuis. En morgen… moeten we om 9 uur in Boedapest zijn voor de rest van het regelwerk.

All work and no play makes Peter a dull boy

29 juni

De day after ben ik nog steeds een beetje katerig na Boedapest. Ons jochie – die toch heftig slaap tekort moet zijn gekomen – is echter in een goede bui. We doen boodschappen, gaan voor het eerst in ruim een week weer naar de speeltuin en dat is het wel zo’n beetje. We hebben een boeiend leven hier.

De dag daarna gaan we naar Miskolc. We hebben een paar winkels die we willen bezoeken. Ik heb vorige week een mouwloos T-shirt gekocht (een diepte investering van 5 euro) die erg strak om mijn net niet strakke buik blijkt te zitten. Omdat ik hem verder wel mooi vind wil ik een maatje groter kopen. Aldus geschied. Belangrijker is het volgende dat we aan willen schaffen. De kleine heeft bij zijn afscheid van het weeshuis een paraplu gehad van zijn vaste begeleidster, wat veel emotie bij hem opriep. Alleen… een driejarige kan nog niet heel goed met zo’n ding omgaan. Dus nadat hij al een keer of drie binnenste buiten was gekeerd en zo’n beetje de helft van de stof los om het geraamte hing, hebben we de plu maar verstopt en het plan opgevat om een duplicaat te zoeken en hem het origineel later te geven als hij hem echt op waarde kan schatten. In een drogisterij in het centrum hebben we ongeveer dezelfde gezien. Alleen die was vorige week gesloten. Nu willen we opnieuw kijken. Ook nu blijkt hij dicht te zijn, maar onderweg hebben we gezien dat er een zelfde winkel in een winkelcentrum aan de rand van de stad zit. Voor we daarheen gaan eten we in het centrum een kürtoskalásc, een soort brooddeeg wat we mensen in Boedapest gevuld met ijs hebben zien eten. We hebben alleen een totale spraakverwarring met de mevrouw achter de toonbank, het blijkt dat ze wel de omhulsels maar niet het ijs verkoopt. Daarna drinken we koffie bij Kaffee Frei, ons vaste koffietentje inmiddels.
Op de terugweg slagen we voor de paraplu. We kopen er meteen maar twee. Daar moet hij zeker een week mee vooruit kunnen. Even ben ik bang dat hij in paniek zal raken als wij hem een paraplu overhandigen, maar dat valt mee. Hij is er blij mee. Misschien hoopt hij wel dat hij nu van ons af is…

1 juli

Dit is alweer de derde maand dat we in Oost-Hongarije zitten. Veel is over vandaag niet te melden. Hooguit dat mijn gisteren aangeschafte maat grotere mouwloze shirt geen succes is. Ook deze is zo strak dat ik verdacht veel lijk op ‘the only gay in the village’ uit
Little Britain. Het enige verschil met de maat kleiner is dat mijn borsten hierin iets mooier lijken uit te komen. Enigszins beschaamd loop ik erin door de Tesco.

Na de boodschappen gaan we naar de speeltuin, begroeten weer alle goedgezinde buurthonden en eten een ijsje bij de lokale ijsboer.Een van de honden is wel erg blij als hij Jakob ziet.Gelukkig heeft Jakob datsoort dingennog niet door. Sterker nog hij probeert hem te aaien.

2 juli

Vandaag gaan we naar het zwembad in Miskolctapolca, waar vorige week geen tijd voor was. Het is een mooi zwembad, deels gebouwd in een grot in de heuvels. Voor onze jongen zijn eerste ervaring met een zwembad, en hij vindt het geweldig. Tegen een Hongaars echtpaar met kind die voor de verandering wat Engels spreken vertelt hij dat hij morgen weer wil gaan. Ook leren we door de vertaling dat hij bang is dat hij opgegeten wordt door honden. En wij maar denken dat hij ze leuk vindt.
In het zwembad eten we de meest smakeloze patat gyros allertijden. Daarna rijden we naar huis. Het verzoeknummer van onze zoon (police encounters van ffs) negeren we. Hij zal naar Radiohead luisteren vandaag. Gelukkig geeft hij het snel op en gaat hij over op ‘we zijn er, we zijn er’. Het bijna en nog niet helemaal beginnen ook (onverstaanbaar) toegevoegd te worden. Naast ‘even wachten… pizza’ en ‘kijken niet kopen’ behoort dit inmiddels tot zijn abn.

Na thuiskomst skypen we met de schoonouders.

3 juli

Verstappen wordt 2
e in een Formule 1 race. En IJsland wordt uitgeschakeld op het EK. En hier gebeurt geen fuck. O ja, we lunchen in het restaurant waar we al eerder een keer hebben geluncht. Boeien…

4 juli

Gisterenavond heeft A de spullen bij elkaar gezocht voor de grote dag van dinsdag, als we naar de voogdijraad gaan voor de definitieve toestemming voor de adoptie. Dat is prima gelukt maar daarbij stuitte ze op het meest recente apk rapport van het joch wat we in het weeshuis hebben meegekregen en nog niet hadden bekeken. Dat wijkt zacht uitgedrukt nogal af van de eerdere rapporten. Het jochie zou qua ontwikkeling ver achterlopen en een IQ hebben waarmee hij Bonnie StClaire en Kelly maar ternauwernood zou verslaan. Het strookt niet met onze ervaringen tot nu toe maar leidt vooral bij A tot de nodige onrust. Onze arme jongen zit als gevolg daarvan een groot deel van de dag puzzels te maken. Pas als hij een Ravensburger van 2000 stukken heeft voltooid en het alfabet achterstevoren op kan boeren lijkt A er weer enigszins gerust op. En o ja, ik mag er weer even zelf op uit. Ik ga naar de bouwmarkt en de lokale Ford dealer. Dat was het wel weer.

Hechting

Een van de belangrijkste dingen die je met een net aangeschaft adoptiekind moet doen, is hechten. Dat is een van de redenen dat we nu vijf weken in de middle of fucking nowhere met het jochie door moeten brengen voor we hem mee naar huis mogen nemen. En dat we zijn geïndoctrineerd dat we de eerste tien weken na thuiskomst geen vreemden in huis mogen toelaten. En dat als we er zelf op uitgaan en het jochie doet zich zeer, opa’s, oma’s en ander familiespul op straffe des doods niet als eerste naar hem toe mogen gaan om hem te troosten. Alleen bij acuut levensgevaar geldt een uitzondering.
Over het algemeen geldt dat hoe ouder het kind, hoe moeilijker de hechting is. Simpelweg omdat het kind al veel verzorgers (en soms ook meerdere leefsituaties) heeft meegemaakt en jij voor hem de volgende in die lange rij bent.

Ons jochie lijkt ons vanaf dag 1 al geaccepteerd te hebben als zijn nieuwe ouders. Vanaf het begin worden wij door hem apuka en anuka (koosnaampjes voor pappa en mamma) genoemd. Daarmee weten we niet of hij het concept pappa en mamma echt snapt, maar het is in ieder geval een goed eerste teken. Een ander goed teken is dat hij meteen wilde dat wij degenen waren die hem in het weeshuis wasten en verschoonden, en niet meer de verzorgers daar. Zodat ik voor het eerstvan mijn leven nu dagelijks de ballen van een andere man aanraak.En dat we bij hem aan tafel moesten gaan zitten als hij daar ging eten. En o ja, optillen, dat moeten we vanaf dag één graag en vaak.
Wat die week in het weeshuis nog wel moeilijk was, was dat er in het weeshuis ook veel andere lieve kindjes waren die aandacht wilden. Dat mag je dan uiteraard wel geven maar wel met mate. En ik kan je zeggen dat het heel moeilijk is om een vierjarig meisje dat met opgeheven armen naar je toe komt om ook opgetild te worden, af te wijzen. Maar toch moet het.

Vanaf het moment dat we naar ‘huis’ zijn gegaan, is het jochie helemaal op ons aangewezen. Lullig gezegd, hij heeft geen keuze. Maar dat maakt het best lastig om te beoordelen of er sprake is van echte hechting. Toch zijn er goede tekenen. Hij wil veel knuffelen en nog steeds veel opgetild worden. Als een van ons een spelletje met hem doet wat hij toch iets te eng vindt, zoekt hij bescherming bij de ander. En verder probeert hij voortdurend uit wat we doen als hij van ons wegloopt. Dat is best een lastige, want aan de ene kant wil je hem het signaal geven dat je hem vertrouwt als hij de deur uitloopt (hij kan toch niet van ons terrein af), aan de andere kant wil je hem ook graag bevestigen dat je hem niet kwijt wilt. Grappig is dat hij vervolgens als hij eenmaal buiten is, iedere minuut even om de hoek komt kijken of we er nog zijn.

Een goed signaal of hij echt specifiek aan ons aan het hechten is, is als er andere volwassenen in de buurt zijn. We lopen vaak een rondje door het dorp en dan heeft hij heel veel praatjes tegen de volwassenen die we tegenkomen. Aangezien we geen politie aan de deur hebben gehad nemen we maar aan dat hij niet tegen die mensen zegt ‘help ik ben ontvoerd’. We horen hem regelmatig Anuka en Apuka in het verhaal zeggen, waar we van maar van maken dat hij vertelt dat wij zijn nieuwe mamma en pappa zijn. Na die praatjes loopt hij ook altijd weer met ons mee. Alleen zijn hechting aan de tweehonderd hondjes in het dorp is mogelijk nog wat sterker dan aan ons.

Een goede test laatst was dat hij tijdens een wandeling van ons wegrende, achteromkijkend of we achter hem aan kwamen. Dat deden we uiteraard, waarna hij, nadat we hem weer terug bij zijn driewieler zetten, schaterlachend het spelletje herhaalde.

Tot we vlakbij ons huis waren, en we - toen hij wegrende - ons terrein opliepen en het hek achter ons sloten. Toen wist hij niet hoe snel hij naar ons terug moest rennen. We hebben hem toen toch maar weer binnengelaten.

De ultieme test hebben we gisterenavond gedaan. We hebben hem in de auto gezet en zijn naar een bos hier in de buurt gereden. We hebben hem een laatste knuffel, wat biscuitjes en een pakje sap gegeven en zijn toen zonder hem terug naar huis gereden. Eerlijk gezegd waren we er niet gerust op, maar toen we vanochtend wakker werden, stond hij weer keurig voor het tuinhek op ons te wachten.

Het lijkt dus wel goed te zitten met de hechting.

Foute kinderliedjes, deel 2

Berend Botje ging uit rijden

Met zijn auto naar Zuid-Leiden

De weg was recht

De weg was krom

En daar kwam Berend Botje dus om

1 2 3 4 5 6 7

Waar is Berend Botje gebleven

Hij ging te snel

Hij was zo dom

Zo kwam Berend Botje dus om

Berend Botje was bezopen

En heeft dat hard moeten bekopen

Er stond een boom

Die gaf niet mee

Toen lag Berend’s auto in twee

1 2 3 4 5 6 7
Daar is Berend Botje gebleven
Hij had geen kans

Stond in de krant

Berend Botje is levend verbrand